Amsterdam/Antwerpen 2001 — 1164 p.
De Nederlandse woordenschat heeft zich in de loop van de tijd gestaag uitgebreid. Er werden nieuwe samenstellingen en afleidingen gemaakt van inheemse woorden, en er werden woorden geleend uit andere talen. De ouderdom van de woorden die we momenteel gebruiken, verschilt: sommige worden al sinds de dertiende eeuw of eerder in het Nederlands gebruikt, andere zijn pas in de twintigste eeuw in onze taal gekomen.